Ze beweegt nog.
Shit. Hij deinst een stap naar achteren. Een takje knapt onder zijn linkerschoenzool en hij schrikt zich te pletter.
Van een bekend en zacht geluid? Slapjanus.
Hij schudt zijn hoofd hevig heen en weer om het leeg te krijgen. Niet laten afleiden. Herpak je.
Hij kijkt om zich heen. Er staan hier wel bomen, maar de echt stevige takken zitten veel te hoog om erbij te kunnen. Op de grond ligt niets bruikbaars. En zijn stok heeft hij de rivier in geslingerd.
Hij zou toch zweren dat hij in al zijn razernij hard genoeg had geslagen. Hoe kon dat nou niet voldoende zijn? Of had hij het zich verbeeld en lag ze gewoon stil?
Hij kijkt op haar neer. Door de dikke winterjas is het niet te zien of haar borsten op en neer bewegen of niet. Heel even weet hij niet wat hij liever heeft.
Hij sluit zijn ogen. Hier heeft hij niet op gerekend.
Op tv lijkt het allemaal zo eenvoudig, hè?
Weer schudt hij zijn hoofd. Als hij zijn ogen weer opent, ligt ze nog in precies dezelfde houding. Toch?
Op tv is het niet echt, antwoordt hij in gedachten. Hij bijt op zijn lip en onderdrukt de neiging tot ijsberen. Ja, hij heeft liever dat ze nog in leven is. Bewusteloos, maar in leven.
Zodat ze jou kan aanwijzen als ze weer bijkomt? Hoe dom kun je zijn?
‘Liever dom dan een moordenaar,’ zegt hij zachtjes voor zich uit. Hij weet nu ook wat hem te doen staat.
Hij hurkt naast haar neer in het gras.
Net als hij zijn hand uitsteekt, klinkt er een schel gerinkel. Zijn hand schiet terug en hij staat meteen rechtovereind.
Bang voor een telefoon? Watje.
Nee. Hij is niet bang voor een telefoon. Maar de zijne ligt thuis, die heeft hij vanmorgen expres daar laten liggen.
Dan is het de hare. Stomkop. Ze kunnen het signaal zo traceren.
Nee. Haar telefoon had hij tegen een muur kapotgesmeten.
Hij loopt bij haar vandaan als het gerinkel een tweede keer te horen is. Het is nu vlakbij.
Niet bij haar. Bij hém.
Hij volgt het geluid.
Achter een boom ligt een mobieltje met een oplichtend scherm in het gras.
Beller onbekend, staat er.
En een meter of drie verderop... ligt een meisje in het gras.
En ander meisje.
Al lijken ze een beetje op elkaar.